De Zuid-Hollandse kastelen Puttenstein nabij Heinenoord en kasteel Weede ten noordoosten van Maasdam zijn al lang verdwenen. Maar het kasteel Strijen, dat is er nog. Althans, de ruïne. Maar die staat niet in de buurt van het plaatsje Strijen in de Hoeksche Waard, maar in het Brabantse Oosterhout. Snapt u het nog?
Journalist Jasper van Everdingen legt op de website In de buurt uit hoe dat zit. Want wat wil het geval? Eind dertiende eeuw werd Het Land van Strijen getroffen door een stormvloed. Het kasteel van graaf Willem van Strijen verdween onder de golven. De graaf zelf vluchtte naar Brabant, waar hij in de heerlijkheid Oosterhout, op de grens van het graafschap Holland en het hertogdom Brabant, een nieuw huis liet bouwen: het ‘Huijs ten Strijen’.
Aanvankelijk bestond dit huis uit een stenen burcht met een enkele gracht. In 1324 verkocht Willems kleindochter, vrouwe Beatrix van Putten en Strijen, het gebouw aan de invloedrijke politicus Willem van Duivenvoorde. Deze breidde de burcht uit tot een groot kasteel met drie verdiepingen, een zes verdiepingen tellende hoofdtoren boven een kelder en een tweede watergracht.
Tachtigjarige oorlog
Het verhaal gaat dat Willem van Oranje in 1573 tijdens de Tachtigjarige Oorlog de grote toren van het slot zou hebben beklommen. Als toenmalig heer van Breda zou hij vanuit de verte een glimp hebben willen opvangen van ‘zijn’ Breda, dat door de Geuzen was ingenomen. Kasteel Strijen overleefde de oorlog overigens niet maar werd door Spaanse soldaten in puin geschoten. Sindsdien staat allen nog de 26 meter hoge torenhoek overeind, in de volksmond de Slottebosse Toren genoemd.
bron: In de buurt