Meer dan 300 jaar was het park van Paleis Soestdijk het exclusieve domein van de koninklijke familie. Maar sinds de Oranjes er zijn vertrokken en het paleis en de omliggende tuinen een andere eigenaar hebben gekregen, wordt er hard gewerkt aan nieuwe invullingen van het paleiscomplex. Ook het omliggende park wordt gereed gemaakt voor een publieke functie. Zo kunnen komende generaties straks genieten van een park met koninklijke allure.
Geschiedenis van Paleis Soestdijk
Veel mensen kennen Paleis Soestdijk als het iconische witte gebouw met de brede zuilengalerijen aan weerszijden, waar koningin Juliana en familie jaar in jaar uit op koninginnedag het defilé aan zich voorbij zagen trekken. Maar zoals we het gebouw nu kennen heeft het er niet altijd uit gezien. Het witte pleisterwerk en de brede colonnades zijn pas in de 19de eeuw aangebracht. Oorspronkelijk was Soestdijk ook geen paleis, maar gebouwd als buitenhuis voor de Amsterdamse burgemeester Cornelis de Graeff (1599-1664). Deze rijke koopman hield zich ten tijde van het Eerste Stadhouderloze Tijdperk ondermeer bezig met de opvoeding van prins Willem Hendrik van Oranje, de latere stadhouder-koning Willem III, wiens vader nog voor zijn geboorte was overleden.
Van buitenplaats tot koninklijk paleis
Misschien dat de jonge prins in die tijd al eens fantaseerde om het gebouw en de grond eromheen zelf in bezit te hebben. In elk geval kocht hij, toen hij eenmaal Stadhouder van Holland de Hofstede aen Zoestdijck van de zoon van De Graeff in 1674 en liet het uitbouwen tot jachtslot (later zou hij met het grotere Paleis Het Loo een nieuw jachtslot bouwen, passend bij zijn nieuwe status als koning van Engeland, Schotland en Ierland). Daarmee kwam Soestdijk in de familie van Oranje en verschillende stadhouders en koningen hebben er sindsdien ook gewoond. Ook Lodewijk Napoleon, de broer van de grote Napoleon die tussen 1806 en 1810 even koning van Holland was, maakte gebruik van het paleis en breidde het verder uit.
Geschenk aan de ‘held van Quatre Bras’
Na de Franse tijd en de oprichting van de Nederlandse monarchie werd het paleis door de staat cadeau gedaan (of teruggegeven zo je wilt) aan kroonprins Willem Frederik, de ‘held van Quatre-Bras‘ en latere koning Willem II. De naald bij het paleis alsmede het levensgrote schilderij van de schilder Pieneman herinneren nog aan die episode uit de vaderlandse geschiedenis. Het paleis werd door architect Jan de Greef uitgebreid met de zijvleugels en de (gehavende) tuin werd opnieuw ontworpen door Jan David Zocher sr. in de destijds zeer populaire Engelse landschapsstijl. Willems echtgenote Anna Pavlovna was als dochter van de Russische Tsaar Paul I enorme paleizen vol pracht en praal gewend. De zeer standsbewuste grootvorstin deed er alles aan om de grandeur van het Russische hof in het egalitaire Nederland te introduceren.
Na de voortijdige dood van koning Willem II in 1849 woonde Anna Pavlovna afwisselend op Paleis Soestdijk en buitenplaats Rustenburg in Den Haag (op de plek waar nu het Vredespaleis staat). Soestdijk liet zij inrichten als privémuseum over haar echtgenoot, ‘de held van Quatre-Bras’. Het eerder genoemde schilderij van Pieneman werd speciaal op bestelling gemaakt om de gedenkzaal op te luisteren.
Juliana en Bernhard
Na de dood van Anna Pavlovna ging het paleis over naar prins Hendrik, broer van koning Willem III, die het niet veel gebruikte. Vervolgens woonde koningin-moeder Emma er tot haar overlijden in 1934, waarna prinses en later koningin Juliana en prins Bernhard er vanaf hun huwelijk in 1937 tot hun dood in 2004 bleven wonen. Enkele aanpassingen en moderniseringen, zoals de bouw van een bioscoopzaal en een ingenieuze glazen wand schuifwand die in de vloer kon zakken, maakten het een aangenaam woonverblijf voor de koninklijke familie. Na de troonsafstand in 1980 bleven Juliana en Bernhard er wonen, al was het bezit van het paleis in de tussentijd overgegaan naar de Staat der Nederlanden. Het laatste defilé vond plaats in 1987 in het kader van hun gouden bruiloft. Daarna leefde het stel meer en meer teruggetrokken en bleef het paleis voor de buitenwereld gesloten.
Nieuwe bestemming
Na jaren van leegstand na de dood van prins Bernhard en nadat diverse plannen met het pand waren afgeketst werd het inmiddels deels vervallen complex en het park eromheen in 2017 gekocht door de MeyerBergman Groep, een bedrijf met een reputatie op het gebied van de ontwikkeling van erfgoed (bekend voorbeeld is het Westergasterrein in Amsterdam). Het plan ‘Made by Holland’ van MeyerBergman kan overigens niet op steun van iedereen rekenen. Met name woningbouw op het terrein stuit op verzet van de Baarnse bevolking. Ook de prinsessen Irene en Margriet hebben hun zorgen geuit over de plannen. De gemeenteraad van Baarn heeft in de zomer van 2020 het voorontwerp goedgekeurd.