De groene tuinen en parken van de buitenplaatsen en kastelen in Nederland laten een grote variatie aan landschapsstijlen zien. Het bijzondere is dat verschillende kasteeltuinen nog in originele staat zijn. Zo kun je een goede indruk krijgen van de variatie aan tuinontwerpen die in de loop der eeuwen in Nederland de revue zijn gepasseerd. Veel van de kastelen beschikken over prachtige uitgestrekte parken, bossen, boerderijen, akkers en boomgaarden, die je een idee geven van de extravagante levensstijl van de vroegere eigenaren.
Botanische traditie
Het milde klimaat van Nederland en de nabijheid van de zee zorgden voor de ideale omstandigheden om planten te kweken. Nederland staat al sinds de zestiende eeuw bekend om zijn beroemde tulpenteelt, die door hovelingen, botanici en verzamelaars werd bedreven. In het bruisende handelswezen van de Nederlandse Gouden Eeuw keerden schepen vol exotische plantensoorten uit de koloniën terug, die enkele van de vroegste botanische instituten ter wereld hebben verrijkt, waaronder de Hortus Botanicus Amsterdam en de Hortus Botanicus Leiden.
De economische gouden tijden betekenden ook dat kooplieden zich extravagante huizen konden veroorloven, of buitenverblijven om aan de hitte van de zomer te ontsnappen. Deze prachthuizen werden omringd door weelderig groene parken, perfect bijgehouden tuinen en horticulturele collecties van zeldzame planten en bloemen. Gepassioneerde grootgrondbezitters werkten samen met landschapsarchitecten om hun eigen creatieve stempel op hun landerijen te drukken.
Vroege voorbeelden van deze tuinen zijn die van De Hofwijck, het herenhuis van de staatsman Constantijn Huygens in Voorburg (bij Den Haag), terwijl de Amsterdamse burgemeester Pieter Rendorp zijn eigen Château Marquette in Heemskerk ontwierp. Dit was ook een tijd waarin veel tuinen werden opengesteld voor het publiek, zoals de tuinen in Oud-Amelisweerd en het Landgoed Singraven, waar de zeventiende-eeuwse Nederlandse kunstenaar Jacob van Ruysdael rond 1650 zijn beroemde watermolen schilderde.
Landschapsarchitectuur
Nederlandse landschapsarchitecten lieten zich vaak inspireren door ontwikkelingen in het buitenland en stonden aanvankelijk onder invloed van de strikte geometrie van het Franse tuinontwerp. Maar na 1750 werd hun stijl losser en begonnen ze meer te neigen naar de meer spontane en romantischere begroeiing van de traditionele Engelse tuin. Elementen uit beide stijlperioden zijn in de tuinen van Slot Zuylen te vinden, waar perfect geknipte heggen contrasteren met gedeelten in de stijl van de Engelse plattelandstuin en waar een muur, die zich op unieke wijze door de tuin slingert, schaduw biedt aan tropische fruitbomen. Zo ook werden de tuinen rond Kasteel Duivenvoorde tussen 1841 en 1849 opnieuw ontworpen door landschapsarchitect Jan David Zocher jr., waarbij hij Franse en Engelse stijlen met elkaar verzoende door het gebruik van kronkelpaden, fonteinen en bruggetjes. Deze tuin is onlangs gerestaureerd, om meer van Zochers oorspronkelijke stijlelementen te laten zien, zoals boomgroepen en de toepassing van water. Zocher was verantwoordelijk voor het herontwerpen tot één samenhangend geheel van verschillende tuinen en parken, waaronder die van Paleis Soestdijk en Kasteel Groeneveld.
Koninklijke tuinen
Enkele van de meest verfijnde tuinen van Nederland zijn rond het Paleis Het Loo in de provincie Gelderland te vinden. Het kasteel dateert uit 1685, toen het voor koning-stadhouder Willem III en zijn vrouw Mary Stuart werd gebouwd. Geheel volgens de mode van de tijd was Willem een liefhebber van formele, Franse tuinen en net als veel adellijke dames was Mary een verwoed verzamelaarster van zeldzame en mooie planten en bloemen. De tuinen zijn in hun oorspronkelijke staat gerestaureerd, met inbegrip van replica’s van de Delfts blauwe vazen waarin de kostbaarste sinaasappelbomen en ananasplanten waren geplant. De beroemde Franse architect Daniël Marot was de grondlegger van de paleistuinen; ook ontwierp hij de schelpengalerijen en de zogenaamde ‘bedriegertjes’ (verborgen fonteintjes in de grond) in het park van Kasteel Rosendael, nabij Velp.
Groene weelde
Andere verrassende juweeltjes vind je in de tuinen van Kasteel Sypesteyn in Utrecht. De tuinen zijn vormgegeven met hagen, gebeeldhouwde heggen (topiaires) en rijk gedecoreerde smeedijzeren hekken, en je vindt er talloze exotische bomen en zelfs een doolhof. Ook Kasteel De Haar verrukt bezoekers met zijn Romeinse tuinen, rozenperken en met de decoratieve vijvers die werden gerestaureerd dankzij het herontwerp van architect Pierre Cuypers, de man die ook het Rijksmuseum en het Centraal Station van Amsterdam ontwierp. Een andere fascinerende Nederlandse tuin ligt bij Kasteel Warmelo, die in de vorige eeuw door architect Hugo Poortman in zijn imposante, oorspronkelijk achttiende-eeuwse staat werd gerestaureerd.
In veel van deze tuinen, waaronder die van Kasteel Bergh, Kasteel Amerongen en Kasteel Verwolde, bevinden zich eeuwenoude eiken en dennen, die de historische uitstraling van deze plekken benadrukken. Het Landgoed Twickel herbergt zelfs één van de 25 officiële botanische tuinen van Nederland. De Duitse landschapsarchitect Eduard Petzold ontwierp niet alleen deze tuinen, maar ook die van Huis Middachten en Kasteel Amerongen.
bron tekst: Holland.com
kopafbeelding: ©Sander Louis